Een van de allereerste gedichten die Bernlef als kind las, was de Mei
van Gorter. Binnen de kortste keren kende hij de beroemde eerste strofe
uit zijn hoofd, betoverd door het plotselinge besef dat de taal een
eigen werkelijkheid vormde. Een ‘tweede ruimte’, die weliswaar verwees
naar de eerste, de gewone, alledaagse, maar die zelfstandig bestond.
‘Die tweede ruimte was de geboortegrond van de poëzie en daar
wilde ik wonen’, schrijft hij in de inleiding van dit boek. Dat is hij
gaan doen. Een leven lang leest, schrijft en vertaalt Bernlef nu al
poëzie. In deze bundel kronieken en essays getuigt hij van zijn
liefde voor uiteenlopende buitenlandse dichters: Wallace Stevens,
Elizabeth Bishop, Czeslaw Milosz, Zbigniew Herbert, Lars Gustafsson,
Tomas Tranströmer en vele anderen.
Extra informatie:
Paperback / softback
144 pagina's
Januari 2010
207 gram
215 x 135 x 13 mm
EAN: 9789021437415
Querido